Koppelen aan Microsoft Intune
Aanmaken van een account binnen de Azure Active Directory
- Login op de Azure portal via https://portal.azure.com/
- Open de Azure Active Directory en klik op Users
- Klik op + New user
- De volgende waardes kunnen gebruikt worden voor het aanmaken van de gebruiker:
- Username : centralpoint-cmdb-api@<tenantname>.onmicrosoft.com *
- Name: Centralpoint CMDB Api
- Password: Let me create the password > Minimaal 16 tekens
- Open vervolgens de gebruiker en klik op Assigned roles
- Klik op + Add assignments
- Zoek naar de Intune administrator en klik op Add
* Maak gebruik van het <tenant>.onmicrosoft.com domein in plaats van een custom domein. Via deze methode authenticeert de CMDB koppeling direct tegen de Azure AD aan.
Api registratie binnen Azure Active Directory
- Login op de Azure portal via https://portal.azure.com/
- Open Azure Active Directory en klik op App registrations of klik hier
- Klik op + New registration
- De volgende waardes kunnen gebruikt worden voor het aanmaken van de applicatie
- Name : Centralpoint CMDB Api
- Supported account types: Accounts in this organizational directory only (<tenantname> (Default Directory) only - Single tenant)
- Klik op Register
- In het volgende scherm is het Application ID zichtbaar. Dit is 1 van de waardes die moet worden door gegeven.
- Klik op Certificates & secrets en vervolgens op + New client secret
- Vul bij Description in client_secret en zet Expires op Never. Het resultaat:
- Kopieer de waarde onder het kopje Value. Dit is 1 van de waardes die moet worden door gegeven.
Api rechten toekennen
- Verder gaan in het zelfde scherm klik op het onderdeel API permissions en vervolgens op + Add a permission
- Selecteer Microsoft Graph
- Selecteer Application permissions
- Vink de volgende permissions aan:
- Directory.Read.All
- Allows the app to read data in your organization's directory, such as users, groups and apps.
- DeviceManagementManagedDevices.Read.All
- Allows the app to read the properties of devices managed by Microsoft Intune.
Standaard staat User.Read aan. Dit is voor toegang tot het eigen profiel
- Allows the app to read the properties of devices managed by Microsoft Intune.
- Directory.Read.All
- Klik op add permissions
- Momenteel worden de rechten voorbereid
- Wanneer dit klaar is klik op Grant admin consent for <tenantname> (Default Directory)
- Voer de stappen uit in het scherm wat naar boven komen om de aanpassingen door te voeren.
Stem af met u contactpersoon om de volgende gegevens aan te leveren:
-
- Application ID
- Client secret
- Gebruikersnaam
- Wachtwoord
No Comments